Sinds schooljaar 2014-2015 is het voor bijna alle leerlingen in Nederland die in groep 8 zitten, verplicht om deel te nemen aan een eindtoets. Met deze eindtoets kan een kind laten zien wat het in acht jaar basisschool heeft geleerd. De eindtoets wordt afgenomen in tussen half april en half mei en is een tweede advies. Vier weken nadat de toets gemaakt is, krijg je van de school een leerlingrapport met daarin de toetsuitslag en een advies over het soort middelbare school die daar het beste bij past.
Voor 1 maart krijgt elke leerling van de school een schooladvies. Dit advies geeft aan welke middelbare school voor een leerling het meest geschikt zou zijn. Dit schooladvies is het belangrijkste advies! Dit advies is gebaseerd op hoe een kind leert, wat een kind heeft laten zien in de afgelopen acht jaar, wat een docent van een kind weet na acht jaar en welke groei en ontwikkeling een kind heeft doorgemaakt in die acht jaar.
Het schooljaar 2014-2015 is een overgangsjaar waarbij scholen nog kunnen kiezen welke eindtoets ze gebruiken. Vanaf schooljaar 2015-2016 kan een school, naar verwachting, nog kiezen uit de volgende eindtoetsen:
- De Centrale Eindtoets – het College voor Toetsen en Examens (CvTE) brengt de Centrale Eindtoets uit, in samenwerking met Cito. Dit gebeurt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Of één van de andere toegelaten toetsen:
- ROUTE 8 van A-VISION
- ICE Eindevaluatie primair onderwijs (IEP Eindtoets) van Bureau ICE
Het zou kunnen dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) nog andere eindtoetsen toelaat. Het ministerie maakt dat eind november van elk jaar bekend.
Oorsprong van Cito
De Centrale Eindtoets wordt gemaakt door Cito; in Nederland is dit de meest afgenomen test bij basisscholen. In 2018 bestaat Cito vijftig jaar. Ondanks de vele verandering die sinds de oprichting doorgevoerd zijn, is het fundament nog steeds onveranderd: goed en eerlijk toetsen. Waar het vroeger nog bijna vanzelfsprekend was dat de zoon van de bouwvakker ook bouwvakker werd, is door psycholoog Adriaan de Groot een einde aan deze willekeur gekomen. Hij ontwikkelde een testmethode, waarbij de mening van ‘de meester’ of de sociale status niet langer richtinggevend waren. Hiermee werd de basis gelegd voor de Cito toetsen. Met het doel kinderen, jongeren en volwassenen op de juiste plek te krijgen. Een plek die past bij wat je kunt vergroot de kans op geluk.
De onderdelen van de Centrale Eindtoets
De Centrale Eindtoets wordt op drie ochtenden afgenomen. Het bestaat uit twee verplichte onderdelen: Nederlandse taal en rekenen. Een school kan er zelf voor kiezen om het onderdeel wereldoriëntatie aan toe te voegen. De verplichte onderdelen bevatten in het totaal 220 vragen: 135 taal en 85 rekenen-wiskunde. Wanneer wereldoriëntatie wordt toegevoegd komen er nog 90 vragen bij, gericht op Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuuronderwijs. 3
Zowel taal als rekenen hebben beide vier verschillende onderdelen waarop getoetst wordt. Voor taal is dat:
- lezen: kun je een tekst lezen en begrijpen?
- woordenschat: weet je wat deze woorden betekenen?
- schrijven: kun je schrijffouten in een verhaaltje verbeteren?
- taalverzorging: kun je een tekst goed spellen en volgens de regels netjes schrijven
En voor rekenen in dat:
- getallen: sommen maken en daar de oplossing van geven
- verhoudingen: dat zijn vragen over breuken
- meten en meetkunde: dat zijn vragen over oppervlakte
- verbanden: dat zijn vragen over tabellen en grafieken
Hoe de Centrale Eindtoets wordt gemaakt hangt af van de keuze van de school: op papier of op de computer. Als de vragen op papier moeten worden gemaakt, krijgt de leerling elke toetsdag een ander boekje met opgaven en een antwoordblad. Wanneer een toets gemist wordt, wordt de inhaaltoets altijd op de computer gemaakt.
Op internet zijn verschillende sites te vinden waarbij oefenversies van de Centrale Eindtoets staan, zodat een kind zich goed kan voorbereiden of zodat het kind weet wat er verwacht wordt.
Twee verschillende niveaus
Omdat het belangrijk is dat een kind een toets maakt op zijn/haar eigen niveau, is de Centrale Eindtoets ontwikkeld op twee niveaus, namelijk B en N, waarbij een kwart van de vragen hetzelfde is. De N-versie is gemakkelijker dan de B-versie. De docent bepaald welke eindtoets door welk kind gemaakt wordt:
- eindtoets B: voor kinderen van wie de docent denkt dat ze goed passen op het vmbo GT*, havo of vwo
- eindtoets N: voor kinderen van wie de docent denkt dat ze het beste passen in het vmbo BB* of KB*
Voor de uitslag van de toets en het schooladvies maakt het niet uit welke toets er gemaakt wordt. Allebei de toetsen geven een score op dezelfde schaal, wat inhoudt dat er altijd een score uitkomt tussen de 501 en de 550. Doordat een kwart van de vragen een overlap heeft is het mogelijk dat de beide versies op één schaal kunnen scoren.
* GT = gemengd theoretische leerweg; BB = basisberoepsgerichte leerweg; KB = kaderberoepsgerichte leerweg
Advies van de docent
Over het algemeen kunnen beide versies door de meeste kinderen gemaakt worden. De docent kan zijn/haar keuze baseren op zaken als motivatie, doorzettingsvermogen, faalangst, de eigen voorkeur van de leerling en eventuele andere omstandigheden of eigenschappen van de betreffende leerling. Wat goed is om te onthouden is dat de uitslag van de Centrale Eindtoets gezien moet worden als ondersteuning in het schooladvies wat de docent aan een leerling geeft en niet als doorslaggevend resultaat. Een middelbare school mag de score van de Centrale Eindtoets niet gebruiken om te beslissen of een kind wel of niet wordt toegelaten.
Welke uitzonderingen zijn er voor deelname
Niet alle leerlingen in Nederland die in groep 8 zitten hoeven de Centrale Eindtoets te maken. Bijvoorbeeld leerlingen die op een school zitten voor speciaal onderwijs of op een school in het speciaal basisonderwijs, zijn in 2015 nog niet verplicht om deel te nemen. Over een aantal jaar wordt de eindtoets ook voor deze leerlingen verplicht.
Daarnaast zijn er ook leerlingen die de eindtoets niet hoeven maken:
- kinderen die zeer moeilijk lerend zijn
- kinderen die meervoudige gehandicapt zijn
- kinderen die korter dan vier jaar in Nederland wonen en de Nederlandse taal nog niet voldoende beheersen.
Deze leerlingen mogen wel deelnemen aan de Centrale Eindtoets.
Ook wordt er rekening gehouden met leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Bijvoorbeeld leerlingen die het gewend zijn om met grotere letters of met geluid te werken. Leerlingen die kleurenblind zijn kunnen de Centrale Eindtoets maken in een zwart-wit versie of als een leerling niet goed kan zien, in een brailleversie. Ook kan een school zorgen voor extra tijd of een rustige plek voor een leerling.
Bronnen:
www.cito.nl
www.centraleeindtoetspo.nl
www.citotoets-oefenen.nl
www.rijksoverheid.nl